Als je een wijn, en de mensen die hem maken, goed wilt begrijpen, dan moet je naar de wijngaarden en de wijnboeren van een wijngebied gaan
We hebben onlangs een interessante wijntour gedaan, georganiseerd door Johan de Smedt van Valencia Wine Consulting & Tours, naar het wijngebied Utiel-Requena, dat op ongeveer 60 kilometer van de stad Valencia ligt, in het binnenland. Het is een klein plateau van zo’n 1800 km2, op een hoogte van 600-900 meter – het is een droog gebied, met korte hete zomers en hele koude winters.
De produktie van druiven is de belangrijkste economische aktiviteit in de Utiel-Requena regio, en bestaat hier al heel erg lang. In opgravingen in Las Pilillas, vlakbij Requena, heeft men de oudste “bodega” van West Europa gevonden, gedateerd rond 700 vóór Christus, hetgeen aantoonde dat hier 2700 jaar geleden al wijn werd gemaakt.
De belangrijkste druif in de regio is de rode Bobal; vroeger was meer dan 90% van de druiven Bobal, maar tegenwoordig is dat een stuk minder, rond de 75%. De Bobal moet plaatsmaken voor witte druiven – die zijn vooral voor de produktie van Cava, de Spaanse schuimwijn, die in Requena ook gemaakt wordt.
We waren met een groep van 18 personen, dus huurden we een bus van de busmaatschappij Alegre om ons rond te rijden; een stuk comfortabeler dan in een auto, en we hoefden dan tenminste ook geen ruzie te maken over wie zou rijden en geen wijn drinken…
Onze eerste stop was in Requena, waar we omhoog liepen, het pittoreske oude centrum van het dorp in. Bij een klein pleintje gingen we een huis in, en een steile trap af, een 13-de eeuwse grot in. Hier werd vroeger, gedurende een aantal eeuwen, wijn gemaakt en bewaard. Het bewijs staat er nog steeds, in de vorm van een aantal grote amforen uit de 18-de eeuw. Vandaag de dag wordt de grot alleen nog gebruikt voor wijnproeverijen, en dat is dus precies wat wij ook deden…
We kregen een jonge fruitige rosé en een op hout gerijpte rode wijn, alletwee gemaakt van de Bobal druif; daarbij kwamen een aantal lokale snacks, onder andere ‘bollo’, een soort brood met spek en worst erop, die goed bij de wijn pasten.
Na de proeverij klommen we weer uit de grot, sommigen iets minder vast op de benen, en gingen we verder met de bus naar het nabijgelegen Utiel, naar de wijnboer Vera de Estenas. Vanuit het prachtige oude bodega-gebouw, dat een stuk buiten het dorp ligt, heb je een spectaculair uitzicht over de wijngaarden die eromheen liggen. Tijdens het bezoek volgden we het hele proces van wijnmaken: we begonnen in de wijngaarden, waar ze ons vertelden over de verschillende druivensoorten die ze hebben, en de uitdagingen die ze ondervinden om kwaliteitsdruiven te produceren. Van de wijngaard gingen we naar de fermentatietanks, naar de druivenpers, en uiteindelijk naar de kelder waar de wijn vele maanden op eikenhouten vaten ligt te rijpen.
Zoals gebruikelijk bij een wijntour, eindigden we het bezoek aan de bodega met een wijnproeverij
We kregen eerst een goeie Cava Reserva, met fijne luchtbelletjes en heerlijke aroma’s. De volgende wijn was een bijzondere, om twee redenen: in de eerste plaats was hij gemaakt van de Malbec druif, een druif die je in Spanje nauwelijks tegenkomt. In de tweede plaats was het een coupage van twee verschillende jaren: een deel van de wijn is van 2014 en heeft 14 maanden op hout gerijpt, en een deel is van 2015, en heeft slechts 2 maanden in het vat gezeten. Hij was verrassend licht en fruitig. En erg lekker – de duidelijke favoriet in onze groep.
De derde wijn was de beste wijn van de bodega, en genoemd naar het huis en de grondlegger van het wijnhuis: Casa Don Angel. Een robuste, volle Bobal, die de eerstkomende 10 jaar in de fles nog beter wordt.
Rond 2 uur ‘s middags gingen we weer verder, naar Utiel, voor de lunch in restaurant El Vegano; hier konden we genieten van de lokale gastronomie met een paar typische streekgerechten, en natuurlijk met wijn uit de regio.
Het was een mooie dagtocht; de tijd vloog voorbij! Rond half 6 waren we weer terug in Valencia, alweer uitkijkend naar een volgende wijntour.
